3e zondag van Pasen – B 18 april 2021. Muiden.

Handelingen 3:13-15+17-19 en 2 Johannes 2:1-5a en Lucas 24:35-48

Een jongen belt zijn meisje op en zegt: ik zou je wel willen opvreten, dan moeten we dat niet al te letterlijk nemen. Want meisjes doen niet aan kannibalisme! Dat meisje moet dat niet al te letterlijk nemen, zij luistert naar datgene wat hij éigenlijk wil zeggen.

Zo zijn de teksten van de Bijbel niet altijd geschreven in de letterlijke zin. De feiten in het evangelie zijn niet altijd geschiedkundige feiten. Zo is ook het evangelie van vandaag geschreven in de taal van de dichters als het ware. Het Paasevangelie wil ons oproepen tot geloof in de Verrezene. Als er verteld wordt dat Jezus binnenkwam, terwijl de deuren gesloten waren, betekent dat dat de leerlingen in zichzelf opgesloten zijn. Hun toekomst zat potdicht. Stel je voor: al hun kaarten hadden ze op Jezus gezet, maar nu was hun toekomst als een kaartenhuis in elkaar gevallen.

Als Jezus tegen Thomas zegt: ‘Kom, leg je hand in mijn zijde’, dan moeten we dat niet al te letterlijk opvatten. Het is de taal van geliefden. Jezus vraagt aan Thomas dat hij zich in liefde aan Hem toevertrouwd. Als er gezegd wordt dat de ogen van de leerlingen ge­opend werden, dan wil dat zeggen dat Jezus alleen te herkennen is, als je in geloof de schellen van je ogen laat vallen! Jezus vraagt zijn vrienden: ‘Waarom twijfelen jullie, kijk eens naar mijn handen en mijn voeten, betast mij maar en kijk: een geest heeft geen vlees en geen botten. En Jezus liet hen zijn handen en voeten zien. En vervolgens vroeg Hij of er wat te eten valt.

Raak Mij maar aan! Iemand willen aanraken, is volgens de regel een teken van genegen­heid en van liefde. Jezus nodigt ons daartoe uit. Betast Mij! Het lichaam behoort wezenlijk bij het geloof in Jezus Christus. Onze liturgie en onze geloofsbelijdenis zijn niet alleen een geheel van mooie woorden en teksten, maar eerder een samenhang van woorden, gebaren en bewegingen. Het lichaam is drager en vertolker van al onze verlangens. Onze zintuigen – oren, ogen, mond, neus en huid – zijn kostbare instrumenten om onze dorst naar waarheid en liefde te lessen, en onze honger naar God te stillen.

De boodschap van Pasen is niet altijd gemakkelijk te begrijpen. Het Paasevangelie is soms ronduit moeilijk. Als je de tekst letterlijk leest, begrijp je vaak niet wat er staat. Maar als je áchter de woorden leest, wordt alles veel duidelijker! Want met Pasen tuimelen de beel­den over elkaar heen. Ook de leerlingen van Jezus hebben aan de nieuwe bestaanswijze van Jezus moeten wennen. De leerlingen zijn vol twijfels. Maria Magdalena meent dat Jezus de tuinman is, de leerlingen die op weg zijn naar Emmaüs menen dat het een vreemdeling is die hen vergezelt. Maar hun ogen gingen open bij het noemen van hun naam en bij het breken van het brood.

Bij Thomas zegt Jezus: ‘Ik ben het, Jezus! Betast me maar helemaal. Raak Mij maar aan! Je hebt niet met een geest te maken, jullie zien geen spoken. Je hebt niet met een schim van doen, want een schim heeft geen lichaam en eet niet. Jezus benadrukt de verrijzenis van het lichaam. Heel de mens is nieuw. De apostelen kunnen hun oren en ogen niet geloven. Jezus wijst hen op de schriften. Daarin kunnen ze lezen dat in Jeruzalem alles aan de Mensenzoon zal gebeuren wat door de profeten is voorspeld: Hij zal worden overgeleverd, bespot, mishandeld en bespuwd. Ze zullen hem geselen en ter dood brengen en op de derde dag zal Hij verrijzen”(Lucas 18:31-33) Steeds weer die eenheid van lijden, sterven en verrijzen. Maar hun oren zitten dicht. Ze kunnen het bericht niet opvangen. Er zitten te veel stoorzenders doorheen. Jezus maakt hun oren weer open. En dan komen de tongen los. Overal vertellen zij het verhaal van de Levende: tegen iedereen die dat maar horen wil. Want zo zijn wij mensen: waar het hart vol van is, loopt onze mond van over.

Natuurlijk kunnen wij als gelovige mensen ons ook hopeloos voelen op de puinhopen van Goede Vrijdag. Maar Jezus wil ons over de streep trekken, zoals Hij dat vandaag doet met de leerlingen, maar ook Maria Magdalena. Zelfs Judas had Hij nog over de streep willen trekken. Ook ons wil Hij over de streep trekken. De streep die getrokken is tussen liefde en haat, tussen vriendschap en vijandschap, tussen oorlog en vrede, tussen wanhoop en blijde toekomst­dromen. Laat die kille afgrond van Goede Vrijdag maar voor wat hij is. Laat je over de streep trekken, kom over de brug! Dan zal het wonder geschieden: dan worden mensen-in-de-put weer mensen-bij-de-bron.

Pater Jan Haen C.Ss.R. en Pater Ambro Bakker S.M.A.