Lezingen van de dag

DAGELIJKS EVANGELIE Ontvang iedere morgen de dagelijkse lezingen via email ! Katholieke, meertalige, gratis service.

  • Woensdag 2 April : Uit profeet Jesaja 49,8-15.
    on 2 april 2025 at 03:07

    Zo spreekt de Heer: “Op de tijd van mijn welbehagen verhoor Ik u, op de dag van het heil kom Ik u helpen. Ik zal u vormen en u maken tot de man van het verbond, om het land weer te herstellen, om het verkommerde erf opnieuw te verdelen, om tot de geboeiden te zeggen: ‘Komt naar buiten!’ en tot hen die in duisternis zitten: ‘Vertoont u!’ Langs de wegen zullen zij weiden, op de kale gronden zullen zij grazen. Zij lijden geen honger of dorst, geen gloeiende wind, geen brandende zon die hen deert, want Degene die zich ontfermt over hen, Hij geleidt hen, Hij brengt hen naar de waterbronnen. Van al mijn bergen maak Ik banen en mijn wegen worden geëffend. Er zijn er die komen van verre; anderen komen uit het noorden en van de zeekant, en weer anderen uit Sinim. Hemelen, juicht, en gij, aarde, verblijd u! Bergen, breekt uit in gejubel, want de Heer is zijn volk komen troosten, zich komen ontfermen over zijn arme getrouwen. Sion denkt: De Heer heeft mij verlaten, mijn God heeft mij vergeten. Kan een vrouw haar zuigeling vergeten? Heeft een moeder niet meer te doen met het kind van haar schoot? En al zou een moeder haar kind vergeten, neen, Ik vergeet u nooit!”

  • Woensdag 2 April : Psalmen 145(144),8-9.13cd-14.17-18.
    on 2 april 2025 at 03:07

    De Heer is vol liefde en medelijden, lankmoedig en zeer goedgunstig. De Heer is bezorgd voor iedere mens, barmhartig voor al wat Hij maakte. Waarachtig is God in al zijn woorden en heilig in al wat Hij doet. De Heer ondersteunt die dreigen te vallen, richt al wie gebukt gaat weer op. De Heer is rechtvaardig op al zijn wegen, en heilig in al wat Hij doet. Nabij is de Heer voor elk die Hem aanroept, voor elk die oprecht tot Hem bidt.

  • Woensdag 2 April : Uit het heilig Evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes 5,17-30.
    on 2 april 2025 at 03:07

    In die tijd verdedigde Jezus zich tegen de Joden met de woorden: 'Mijn Vader is tot op de dag van vandaag voortdu­rend aan het werk, en ook Ik houd niet op met werken.' Om die reden waren de Joden er nog meer op uit om Hem te doden. Hij tastte immers niet slechts de sabbat aan, maar Hij noemde zelfs God zijn eigen Vader en maakte daardoor zichzelf aan God gelijk. Hierop nam Jezus opnieuw het woord en sprak: 'Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: de Zoon kan niets uit zichzelf, maar alleen datgene wat Hij de Vader ziet doen. En alles wat Deze doet, doet de Zoon insgelijks. De Vader toch heeft de Zoon lief en laat Hem alles zien wat Hij doet. Nog grotere werken dan deze zal Hij Hem tonen, zodat gij verbaasd zult staan. Want zoals de Vader de doden opwekt en levend maakt, zo maakt ook de Zoon levend wie Hij wil. De Vader oordeelt niemand, maar heeft het oordeel geheel en al in handen van de Zoon gelegd, opdat allen de Zoon zouden eren zoals zij de Vader eren. Wie de Zoon niet eert, eert evenmin de Vader die Hem zond. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: wie luistert naar mijn woord en gelooft in Hem die Mij zond, heeft eeuwig leven en is aan geen oordeel onderworpen, hij is immers reeds uit die dood naar het leven overgegaan. Voorwaar, voorwaar, ik zeg u: er zal een uur komen, ja het is er al, waarop de doden de stem van Gods Zoon zullen horen en die haar horen, zullen leven. Zoals de Vader leven heeft in zichzelf, zo gaf Hij ook aan de Zoon leven in zichzelf te hebben. Hij heeft Hem macht gegeven om oordeel te vellen; Hij is immers de Mensenzoon. Verwondert u niet hierover: er zal een uur komen, waarop allen die in de graven zijn, zijn stem zullen horen. Dan zullen zij die het goede deden, er uit te voorschijn komen tot de opstanding ten leven, maar die het kwade deden tot de opstanding ten oordeel. Ik kan niets uit Mijzelf: Ik oordeel naar wat Ik hoor en mijn oordeel is rechtvaardig, omdat Ik niet mijn eigen wil zoek, maar de wil van Hem die Mij zond.

  • Woensdag 2 April : Pius XII
    on 2 april 2025 at 03:07

    Wat is vaderschap? Vader zijn is wezen communiceren; meer nog, het is de mysterieuze levensstraal in dat wezen plaatsen. God is de Vader van het universum: “Voor ons is er maar één God, de Vader van wie alles komt” (1 Kor 8:6). God is de Vader, de Schepper van de hemelen, van de zon, van de sterren die schitteren in zijn aanwezigheid en zijn glorie bezingen (...); al dit immense en gevarieerde leven is het kind van Gods liefde, geleid, ondersteund en omhuld in zijn groei en ontwikkeling door Gods vaderlijke Voorzienigheid (...). Maar het vaderschap stijgt hoger: met het wezen, met het plantaardige en dierlijke leven, deelt het nog een ander hoger leven mee, het leven van intelligentie en liefde. (...) Engel en mens zijn kinderen van God en manifesteren Hem door het beeld en de gelijkenis die zij, in de natuurlijke orde, van Hem hebben ontvangen. Tenslotte bezit God een nog subliemer vaderschap, dat kinderen van aanneming en genade verwekt in een orde die superieur is aan de naturen van mensen en engelen, en dat hen deelgenoot maakt van het goddelijke leven zelf: het roept hen op om zijn eigen zaligheid te delen in het visioen van zijn Essentie, in het ontoegankelijke licht waarin hij zich openbaart en het intieme geheim van zijn onvergelijkbare vaderschap, samen met de Zoon en de Heilige Geest.

  • Dinsdag 1 April : Uit de profeet Ezechiël 47,1-9.12.
    on 2 april 2025 at 03:07

    In die dagen bracht een engel van de Heer mij naar de ingang van de tempel. Daar zag ik hoe er van onder de drempel van de tempel water stroomde in oostelijke richting; de voorzijde van de tempel lag namelijk op het oosten. Het water vloeide onder de rechtervleugel van de tempel door, aan de zijde van het altaar. Daarop leidde hij mij door de noorderpoort naar buiten. Hij voerde mij buitenom naar de oostzijde: het water stroomde van onder de rechtervleugel. Toen ging hij met een duimstok in de hand verder in oostelijke richting. Hij mat een afstand af van duizend el en liet mij vervolgens door het water stappen: het reikte tot aan mijn enkels. Opnieuw mat hij duizend el af en liet hij mij door het water waden: het kwam tot aan mijn knieën; en hij mat nog eens duizend el af en liet mij weer door het water waden: nu kwam het tot aan mijn middel. Toen hij nog eens duizend el afgemeten had, was het water een rivier geworden waar ik niet meer door heen kon waden; het water was zo diep, dat men er niet stappend, maar alleen zwemmend door kon komen. Toen vroeg hij mij: “Ziet ge dat, mensenkind?” Daarna leidde hij mij terug langs de oever van de rivier. Terwijl hij mij terugvoerde, zag ik hoe er op beide oevers van de rivier heel veel bomen stonden. De engel van de Heer zei mij: “De rivier stroomt naar de vlakte in het oosten, en verder stroomt hij naar de Araba, om vervolgens uit te monden in de Zoutzee waarvan het water drinkbaar wordt. Overal waar de rivier stroomt, zullen de waterdieren in leven kunnen blijven. Er zal heel veel vis zijn, want overal waar de rivier komt, zal het water drinkbaar worden, en zal alles in leven blijven. Op beide oevers van de rivier zullen allerlei vruchtbomen opschieten waarvan de bladeren niet verwelken, en de vruchten niet opraken; want de bomen zullen elke maand vruchten dragen. Zij worden immers gevoed met water uit de tempel. De vruchten zullen dienen als voedsel en de bladeren als geneesmiddel.”