Verkondiging 5e zondag in de veertigdagen Muiden

De evangelietekst van vandaag roept bij alle betrokkenen in dit verhaal de nodige vragen en emoties op.

Het gaat dan ook om een ingrijpende gebeurtenis:

De ziekte en stervensproces van Lazarus, een geliefd mens bij velen.

De familie stuurt mensen naar Jezus in de hoop dat Hij zijn vriend komt redden.

Ze leven tussen hoop en wanhoop,

ze tellen de uren maar Jezus komt te laat.

Vrienden en bekenden komen troosten,

condoleren en zelfs Jezus laat zijn verdriet en pijn zien.

Zo roept dit verhaal ook bij velen van ons de nodige emoties en herinneringen op.

Wie een geliefd mens heeft verloren,

herkent zich ongetwijfeld in de vragen en het verdriet wat hier beschreven is.

Boosheid en machteloosheid omdat de redding uitblijft.

Je kunt dan heel goed begrijpen dat er verwijtend naar God wordt gereageerd, omdat Hij jouw lieve dode niet heeft gered,

terwijl er toch zoveel reddings- en wonderverhalen in de Bijbel staan.

 

Als er toen wonderen konden gebeuren,

waarom gebeurt het dan nu niet voor  mij, voor ons.

Bestaat God eigenlijk wel.

Wat hebben je aan opstanding, daar komt onze dode niet mee terug.

Vragen van alle tijden, ze speelden ook in de tijd van Jezus.

Binnen het volk van Israël geloofden velen in Hem op grond van zijn woorden en bijzondere tekenen.

 

Dit verhaal is opgeschreven en verteld omdat Jezus een boodschap kwam brengen.

Wie dit verhaal bij zich binnen laat komen en tussen de regels door luistert, komt wellicht  uit bij die echte, diepere betekenislaag.

Die laag wordt al aangeraakt door Jezus wanneer Hij zegt:

‘Om jullie ben ik blij dat ik niet bij zijn sterven was.

Nu kunnen jullie tot geloof komen.

De evangelist Johannes maakt niet duidelijk hoe dat zal gebeuren,

maar dat het gebeurt is zeker.

De schrijver geeft Jezus daarvoor alle tijd.

Daarnaast wordt die betekenis in het verhaal ook blootgelegd in de manier waarop Martha en Maria reageren.

Als Jezus eindelijk aan komt lopen is Lazarus al vier dagen dood.

Daarmee is de hoop echt echt vervlogen.

Want de ziel van een overledenen blijft, zo geloofde men toen,

maar drie dagen in de buurt van het stoffelijk overschot.

Al is Martha in diepe rouw gehuld,

toch knoopt ze met Jezus een gesprek aan.

Daarin spreekt ze, ondanks alles wat is gebeurd, haar geloof uit in God en in de opstanding van Lazarus op de laatste dag.

Heel verrassend voegt Jezus aan dat opstandingsgeloof een nieuwe dimensie toe, Hij zegt: ‘Ik ben de opstanding en het leven.

Wie in mij gelooft zal leven, ook wanneer hij sterft.

En ieder die leeft en in mij gelooft zal nooit sterven.

De dood van Lazarus is niet alleen een verlies maar biedt ook een kans. De kans om het geloof uit te dragen dat in iedere dood nieuw leven zich aandient.

 

Martha gaat vervolgens haar zus Maria halen en als vanzelf lopen de mensen mee die om hen heen staan,

de één gelovend, de ander twijfelend.

Net zo verschillend in geloof als in onze tijd, wanneer wij rond een overledene bijeen zijn.

Maria steekt haar teleurstelling in Jezus niet onder stoelen of banken.

Jezus voelt de boosheid, hoort en proeft de verwijten en ziet hun ongeloof.

Hij keert zich tot zijn Vader, want nu is de tijd gekomen dat deze kan worden geëerd.

 

En zie: Lazarus komt uit het graf te voorschijn,

en ontvangt van God nieuw leven.

In dit goddelijk ingrijpen wordt de verrijzenis,

de opstanding van Jezus zelf al zichtbaar.

In dit verhaal wordt het Paasverhaal duidelijk.

 

Met dit wonder tekent Jezus, ook zijn eigen doodvonnis.

Juist door dit wonder valt het besluit om Hem uit de weg te ruimen.

Het verhaal van vandaag wil ons,

net als de leerlingen toen helpen om tot geloof te komen.

Al is de vorm niet altijd hetzelfde als wij bedacht of gehoopt hadden.

Het verhaal van vandaag is ook een boodschap voor ons:

hoezeer we ook vastgelopen zijn in het leven,

hoe we ook getroffen worden door tegenslag,

lijden, pijn en verdriet….

als we zoals Martha openstaan voor een ontmoeting met de Levende Heer

en ons vertrouwen in Hem te stellen, dan kunnen we hier en nu tot nieuw leven komen.

Dan kunnen we al onze ellende achter ons laten.

Als Christenen mogen we hopen en vertrouwen:

er ligt leven voor ons, we hebben toekomst!

In Jezus de Christus, die is: verrijzenis en leven.

En hoe dit er concreet zal uitzien?

Laten we dit aan God overlaten, laten we God, God zijn en

‘op de Heer onze hoop stellen en op zijn Woord vertrouwen’. (Psalm 130,5).

 

Diaken Ryan Keetelaar